SV | En ik kwam te Jeruzalem, en verstond van het kwaad, dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende hem een kamer in de voorhoven van Gods huis. |
WLC | וָאָבֹ֖וא לִֽירוּשָׁלִָ֑ם וָאָבִ֣ינָה בָרָעָ֗ה אֲשֶׁ֨ר עָשָׂ֤ה אֶלְיָשִׁיב֙ לְטֹ֣ובִיָּ֔ה לַעֲשֹׂ֥ות לֹו֙ נִשְׁכָּ֔ה בְּחַצְרֵ֖י בֵּ֥ית הָאֱלֹהִֽים׃ |
Trans. | wā’āḇwō’ lîrûšālāim wā’āḇînâ ḇārā‘â ’ăšer ‘āśâ ’eləyāšîḇ ləṭwōḇîyâ la‘ăśwōṯ lwō nišəkâ bəḥaṣərê bêṯ hā’ĕlōhîm: |
En ik kwam te Jeruzalem, en verstond van het kwaad, dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende hem een kamer in de voorhoven van Gods huis.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ik kwam te Jeruzalem, en verstond van het kwaad, dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende hem een kamer in de voorhoven van Gods huis.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!